Organisatie mappen en bestanden

Als je vaak in de weer bent met de computer, dan zullen er na verloop van tijd heel wat mappen en bestanden op je harde schijf aanwezig zijn. Om ervoor te zorgen dat je harde schijf geen ‘vuilbak’ wordt, dien je op een georganiseerde wijze je mappen bestanden te benoemen en te structureren. Hierbij maak je intensief gebruik van de Windows Verkenner of de Apple Finder (zie onderstaand voorbeeld).

1.1 Waarom?

Het is van levensbelang dat je op voorhand (vb. bij de start van een schooljaar) wat tijd spendeert aan de organisatie van je mappen en bestanden. Goed nadenken over de organisatie van je data is een tijdsinvestering, geen tijdverspilling.

Goed gestructureerde mappen en een duidelijke naamgeving van bestanden helpen om data snel te vinden, te begrijpen en te gebruiken. Het helpt daarnaast ook om het verlies van data te voorkomen door het per ongeluk overschrijven of verwijderen van bestanden. Bovendien voorkomt het verwarring bij het werken in teams of bij het delen van bestanden.

1.2 Hoe?

1.2.1 Organisatie van mappen

- Geef mappen een logische structuur met bredere thema’s op een hoger niveau met daarbinnen meer specifiekere mappen (zie onderstaande afbeelding).
- Hou je mapnamen kort (max. 15-20 tekens) en duidelijk.

1.2.2 Bestandsnamen

- Bestandsnamen moet een duidelijke betekenis hebben voor jou (en je medestudenten indien je samenwerkt).

- Onderstaande info kan worden opgenomen in de bestandsnaam.
  - Project
  - Projectnummer
  - Jouw voor- en familienaam
  - Datum
  - Soort data
  - Versienummer

- - - Werk zoveel mogelijk op dezelfde wijze bij het opstellen van bestandsnamen.
    - Vermijd speciale karakters zoals “/ \ : * ? ” < > [ ] & $
    - Gebruik underscores (_), geen spaties, om termen van elkaar te scheiden
    - Indien je wenst dat bepaalde bestanden bovenaan staan bij ordening, start je bestandsnaam dan met een cijfer (vb. 01, 02, 03, … 101, enz.).

2. Werken met mappen en bestanden

2.1 Nieuwe map maken

2.2 Map of bestand kopiëren

Wanneer je een map/bestand kopieert naar een nieuwe locatie, dan verwijdert dit het originele map/bestand niet.

2.3 Map of bestand verplaatsen / knippen

Wanneer je een map of map knipt en plakt naar een nieuwe locatie, dan verplaats je deze. De map of bestand is dan niet meer beschikbaar op de originele plaats.

2.4 De naam van een map of bestand wijzigen

2.5 Een bestand of map verwijderen

Belangrijk: Mappen en bestanden die je niet (meer) gebruikt, verwijder je best op je harde schijf. Waarom? Deze bestanden nemen onnodige schijfruimte in en kunnen de werking van je computer vertragen. Let op: Nadat je mappen en bestanden hebt verwijderd, komen ze terecht in de prullenbak. Deze zal je ook nog moeten leegmaken om ervoor te zorgen dat de bestanden/mappen permanent van je harde schijf worden verwijderd.

2.6 Meerdere mappen of bestanden selecteren

2.7 Eigenschappen van bestanden / mappen

➤ Opdracht 1

Maak onderstaande logische mappenstructuur aan binnen je schoolmap op je computer. Maak onderstaande mapjes aan.

- - Frans
  - Engels
  - Nederlands
  - Wiskunde
  - ...
  - ICT
    - Word
    - PowerPoint
    - Canva
    - Photoshop
    - Illustrator
    - ...

3. Snelkoppelingen

3.1 Snelkoppeling webpagina (Microsoft Windows)

- Surf naar de webpagina of website waarnaar je een snelkoppeling wilt maken.
- Kopieer de URL van de geopende webpagina. Die vind je bovenaan in de adresbalk van je browser. Hoe? Klik met je rechtermuisknop op de URL. De URL krijgt dan een blauwe achtergrond en kies met je linkermuisknop voor ‘Kopieren’.

- Ga terug naar je bureaublad en klik daar met de rechtermuisknop in een leeg gedeelte. Klik eerst op ‘Nieuw’ en vervolgens op ‘Snelkoppeling’.

- Plak de URL in de invulstrook onder ‘Geef de locatie van het item op’. Hoe? Klik met je rechtermuisknop in de invulstrook en klik op ‘Plakken’.

- Klik op ‘Volgende’ om door te gaan. Vul de invulstrook in onder ‘Geef deze snelkoppeling een naam’, een naam die voor jou het handigste lijkt. Deze tekst zal onder het pictogram op het bureaublad te zien zijn.

- - Klik dan op ‘Voltooien’ om de snelkoppeling te maken.
  - Om de snelkoppeling naar een website of webpagina op je bureaublad te verwijderen, klik je met de rechtermuisknop op het pictogram en kies ‘Verwijderen‘.
  - Om de snelkoppeling naar een website of webpagina op je bureaublad van naam te veranderen, klik je met de rechtermuisknop op het pictogram en kies ‘Naam wijzigen‘.
  - Om de tekening van de snelkoppeling naar een website of webpagina op je bureaublad te veranderen, Klik je met de rechtermuisknop op het pictogram op je bureaublad en kies ‘ Eigenschappen ‘, ‘ Webdocument ‘, ‘ Ander pictogram ‘ en ‘ Bladeren ‘.

3.2 Snelkoppeling webpagina (Mac OS X)

- Surf naar de webpagina of website waarnaar je een snelkoppeling wilt maken.
- Selecteer de URL van de geopende webpagina. Die vind je bovenaan in de adresbalk van je browser. Hoe? Klik met je linkermuisknop op de URL. De URL krijgt dan een blauwe achtergrond.
- Klik op de geselecteerde URL en hou het ingeduwd. Terwijl versleep je deze link naar je bureaublad en wordt er automatisch een snelkoppeling gemaakt.

3.3 Snelkoppeling bestand / map / programma (Microsoft Windows)

- Ga via de Verkenner naar een bestand / map / programma waarvan je een snelkoppeling wil maken op het bureaublad.
- Selecteer het item en klik op de rechtermuisknop.
- Selecteer uit het geopende snelmenu de menuoptie Kopiëren naar.
- Klik in dit menu op de optie Bureaublad (snelkoppeling maken).

3.4 Snelkoppeling bestand / map / programma (Mac OS X)

- Ga via de Finder naar een bestand / map / programma waarvan je een snelkoppeling wil maken op het bureaublad.
- Selecteer het item en klik op de rechtermuisknop.
- Selecteer uit het geopende snelmenu de menuoptie Maak alias aan.

➤ Opdracht 2

Maak op je bureaublad drie snelkoppelingen:

één naar jouw Smartschoolplatform: https://st-lucaskso.smartschool.be
één naar Google Classroom
en één naar ICT Lucas webstie: www.ictlucas.be

Geef hierna een seintje aan de leraar, die dit komt controleren.

4. Soorten bestandtypes

4.1 Soorten afbeeldingen in bestandtypes

RASTERAFBEELDINGEN

opgebouwd uit een reeks pixels of individuele blokjes
wanneer de afbeelding wordt uitgerekt resulteert dat in wazige of onduidelijke afbeeldingen

Bestandtypes die gebruik maken van rasterafbeeldingen:

VECTORAFBEELDINGEN

gemaakt met proportionele formules
perfect voor het maken van afbeeldingen die regelmatig moeten worden aangepast

Bestandtypes die gebruik maken van vectorafbeeldingen:

4.2 JPEG OF JPG (Joint Photographic Experts Group)

Is ideaal voor verzending via e-mail of voor gebruik op websites
Een formaat dat handig is als je afbeeldingen wilt versturen, maar niet als er nog veel bewerking nodig is

4.3 PDF (Portable Document Format)

Format om documenten universeel leesbaar te maken met behoud van de opmaak (lettertypes, afstand, inspringingen, tabs e.d.)

4.4 PNG (Portable Network Graphics)

Vooral gebruikt bij webdesign en op sociale media
Png kan gradaties van transparantie waarnemen, waardoor dit een handig bestandsformaat is voor op websites

4.5 GIF (Graphics Interchange Format)

Heeft een lage resolutie en wordt tegenwoordig het meest gebruikt wordt voor bewegende plaatjes op internet
Het aantal kleuren in een gif-bestand is extreem beperkt om de omvang te verkleinen

4.6 AI (Adobe Illustrator)

Meestal gebruikt voor het ontwerpen van logo’s
Met deze extensie kun je vectorafbeeldingen maken
Alle lagen in een ai-bestand blijven intact en dus bewerkbaar
Het bestand is eenvoudig aan te passen, maar daardoor ook zwaarder om te versturen

4.7 EPS (Encapsulated PostScript)

Meestal gebruikt voor het versturen van logo’s
Een afbeelding opgebouwd uit vectoren, ook wel lijnen genoemd
Vectorbestanden kan je onbeperkt vergroten en verkleinen, zonder dat de kwaliteit van de afbeelding minder wordt

4.8 SVG (Scalable Vector Graphic)

Is ook een bestandsformaat dat gebruikt wordt bij vectorafbeeldingen
Beste bestand om logo’s en illustraties digitaal te presenteren
Een svg-afbeelding wordt strak weergegeven, zonder dat het een veel te groot bestandsformaat is

4.9 PSD (Photoshop Document)

Dit type bestand bevat “lagen”. Deze lagen en de instellingen blijven altijd intact.
Dit maakt het aanpassen van de afbeelding makkelijker, maar maakt het bestand ook zwaar
Het grootste nadeel van psd is dat Photoshop werkt met rasterafbeeldingen in plaats van met vectorafbeeldingen

4.9 RAW

Betekent letterlijk “ruw” zoals in “onbewerkt”
Een raw-bestand bevat de originele beeldinformatie
Bijvoorbeeld wanneer een foto rechtstreeks vanaf een fotocamera op de computer gezet wordt

➤ Opdracht 3

Vul onderstaande oefening in nadat je heel deze pagina hebt gelezen. Aan de hand van deze oefening moet je me laten zien dat je weet hoe je aan goed digitaal databeheer kunt doen. Deze opdracht is enkel voor het derde jaar!

Start oefening digitaal databeheer

Page updated

Google Sites

Report abuse