Wanneer u een document opent in InDesign, wordt de Tools werkbalk links op het scherm weergegeven. De werkbalk bevat een set gereedschappen (Tools) die u vaak nodig hebt terwijl u werk in InDesign. Je vindt hieronder een overzicht van wat de verschillende tools betekenen.
Plaats de muisaanwijzer op een gereedschap om een visuele beschrijving ervan weer te geven.
Houd de muisknop ingedrukt op een gereedschapspictogram om meer verborgen gereedschappen weer te geven.
Klik op het pictogram 'Werkbalk bewerken' (de drie puntjes ...) om de volledige lijst met gereedschappen weer te geven.
De gereedschappen in InDesign zijn onderverdeeld in vijf categorieën. Per categorie bespreken we kort de belangrijkste gereedschappen.
Teksttools
Tekentools
Selectietools
Transformatietools
Wijzigings- en navigatietools
Met het tekstgereedschap kunt u tekstkaders maken en tekst selecteren.
Met het gereedschap Padtekst kunt u tekst op paden maken en bewerken.
Met het gereedschap Verticale tekst kunt u verticale tekstkaders maken en tekst selecteren.
Met de pen kunt u rechte en gebogen paden tekenen.
Met het gereedschap Ankerpunt toevoegen kunt u ankerpunten toevoegen aan een pad.
Met het gereedschap Ankerpunt verwijderen kunt u ankerpunten verwijderen uit een pad.
Met het gereedschap Richtingspunt omzetten kunt u hoekpunten en boogpunten omzetten.
Met het potlood kunt u een vrijevormpad tekenen.
Met het gereedschap Vloeiend kunt u ongewenste hoeken uit een pad verwijderen.
Met het gummetje kunt u punten op een pad verwijderen.
Met het gereedschap Lijn kunt u een lijnsegment tekenen.
Met het gereedschap Rechthoekkader kunt u een vierkante of rechthoekige plaatsaanduiding maken.
Met het gereedschap Ovaalkader kunt u een ronde of ovale plaatsaanduiding maken.
Met het gereedschap Veelhoekkader kunt u een plaatsaanduiding met meerdere zijden maken.
Met het gereedschap Rechthoek kunt u een vierkant of rechthoek maken.
Met het gereedschap Ovaal kunt u een cirkel of ovaal maken.
Met het gereedschap Veelhoek kunt u een vorm met meerdere zijden maken.
Met het selectiegereedschap kunt u hele objecten selecteren.
Met het gereedschap Direct selecteren kunt u punten op een pad of inhoud in een kader selecteren.
Met het gereedschap Pagina kunt u meerdere paginaformaten in een document maken.
Met het gereedschap Tussenruimte kunt u de afstand tussen objecten aanpassen.
Met het gereedschap Vrije transformatie kunt u een object roteren, schalen en schuintrekken.
Met het gereedschap Roteren kunt u objecten roteren rondom een vast punt.
Met het gereedschap Schalen kunt u het formaat van objecten wijzigen ten opzichte van een vast punt.
Met het gereedschap Schuintrekken kunt u objecten schuintrekken ten opzichte van een vast punt.
Met het pipet kunt u kleur- of tekstkenmerken van objecten kopiëren en toepassen op andere objecten.
Met de meetlat meet u de afstand tussen twee punten.
Met het gereedschap Verloopstaal past u de begin- en eindpunten en de hoek van verlopen binnen objecten aan.
Met het gereedschap Verloopdoezelaar kunt u een object vervagen naar de achtergrond.
Met de schaar knipt u paden op bepaalde punten.
Met het handje verplaatst u de paginaweergave in het documentvenster.
Met het gereedschap Zoomen verhoogt en verlaagt u het zoompercentage in het documentvenster.
Met het gereedschap Notitie kunt u opmerkingen toevoegen.