Bron: https://creativecloud.adobe.com/cc/learn/photoshop/web/ps-basics-fundamentals?locale=nl-BE
InDesign is een professionele paginalay-outapp voor gedrukt en digitaal materiaal: je kunt ontwerpen, preflights en publicaties maken voor uiteenlopende content voor drukwerk, het web en tabletapps. Bij de app krijg je nauwkeurige controle over typografie, ingebouwde creatieve tools, een intuïtieve ontwerpomgeving en een nauwe integratie met Adobe Photoshop, Illustrator en Acrobat.
InDesign is bedoeld voor ontwerpers, prepress- en productieprofessionals en aanbieders van afdrukservices die voor tijdschriften, ontwerpbureaus, reclamebureaus, kranten, boekuitgevers en detailhandels-/postorderbedrijven werken, of die zich bezighouden met zakelijk ontwerp, commercieel drukwerk en andere hoogwaardige publicaties.
Het startscherm wordt weergegeven als u InDesign start of als er geen documenten zijn geopend. Gebruik dit om toegang te krijgen tot zelfstudies en om documenten te maken of te openen.
Het startscherm heeft de volgende tabbladen en knoppen:
Nieuw bestand: Selecteer deze knop om een nieuw document te maken. U kunt ook een document maken door een van de vele sjablonen en voorinstellingen van InDesign te selecteren.
Openen: Selecteer deze knop om een bestaand document te openen in InDesign.
Home: Selecteer dit tabblad om bestanden weer te geven die u onlangs hebt gewijzigd.
Leren: Selecteer dit tabblad om een lijst met eenvoudige en geavanceerde zelfstudies over InDesign te openen om te leren werken met de applicatie.
Start InDesign
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer Bestand > Nieuw.
Klik op Nieuw of Iets nieuws maken in de werkruimte Starten.
Gebruik de volgende sneltoets:
(Mac) Cmd+N
(Windows) Ctrl+N
Klik met de rechtermuisknop op het tabblad voor een geopend document en kies Nieuw Document in het contextmenu.
Overzicht: dialoogvenster Nieuw document
In het dialoogvenster Nieuw document kunt u het volgende doen:
Documenten maken met geselecteerde sjablonen uit Adobe Stock uit verschillende categorieën: Drukwerk, Web en Mobiel
Zoeken naar meerdere sjablonen op Adobe Stock en met die sjablonen documenten maken
Snel bestanden, sjablonen en items openen die u recentelijk hebt geopend (tabblad Recent)
Snel sjablonen openen die u hebt gedownload uit Adobe Stock (tabblad Opgeslagen)
Documenten maken met voorinstellingen voor Lege documenten voor meerdere categorieën en apparaten. Voordat u de voorinstellingen opent, kunt u de instellingen ervan wijzigen.
Voorinstellingen aanpassen
Voordat u een document met de voorinstelling opent, kunt u de instellingen van het document in het rechter deelvenster aanpassen.
Geef een naam op voor het document.
Geef de volgende opties op voor de geselecteerde voorinstelling:
Breedte en Hoogte: Geef de grootte van het document op.
Eenheden: Geef de maateenheden voor het document op.
Richting: Geef de paginarichting voor het document op: Liggend of Staand.
Pagina's: Geef het aantal pagina's op dat u in het document wilt maken.
Pagina's naast elkaar: Schakel deze optie in als u wilt dat de linker- en rechterpagina naast elkaar worden weergegeven in een spread met twee pagina's.
Beginen met nummer: Geef op welk nummer de eerste pagina van het document heeft. Wanneer u een even nummer (bijvoorbeeld 2) opgeeft en Pagina's naast elkaar is ingeschakeld, begint de eerste spread in het document met een spread van twee pagina's.
Primair tekstkader: Selecteer deze optie om een primair tekstkader op de stramienpagina toe te voegen.
Kolommen: Geef het aantal kolommen op dat u in het document wilt toevoegen.
Tussenruimte voor kolom: Geef de hoeveelheid witruimte tussen kolommen op.
Marges: Geef de marges voor elke zijde van het document op. Als u verschillende waarden voor verschillende zijden wilt gebruiken, ontkoppelt u de afmetingen door op het kettingpictogram te klikken.
Afloopgebied en witruimte rond pagina: Geef de positie van het afloopgebied en witruimte rond de pagina voor elke zijde van het document op. Als u verschillende waarden voor verschillende zijden wilt gebruiken, ontkoppelt u de afmetingen door op het kettingpictogram te klikken.
Voorvertoning: Selecteer deze optie om een voorvertoning van de afdrukstand en het formaat van een document te bekijken voordat u een nieuw bestand maakt.
De werkruimte in InDesign biedt een aanpasbare indeling voor vensters, deelvensters en gereedschappen, waarmee u uw eigen persoonlijke ontwerpomgeving kunt creëren.
A. Als tabbladen weergegeven documentvensters
B. Schakelen tussen werkruimten
C. Zoekbalk met suggesties voor automatisch aanvullen
D. Titelbalk van deelvenster
E. Knop voor samenvouwen tot pictogrammen
F. Deelvenstergroepen in verticaal koppelingsgebied
G. Statusbalk
H. Gereedschapsset
Als u de zichtbaarheid van het documentvenster wilt wijzigen, kiest u het menu Weergave > Schermmodus. Wanneer de gereedschapsset als één kolom wordt weergegeven, selecteert u de knop van de huidige modus om verschillende modi weer te geven en te kiezen in een menu.
Modus Normaal
In deze modus verschijnen illustraties in een standaardvenster en worden alle zichtbare rasters en hulplijnen, niet-afdrukbare objecten en een wit plakbord weergegeven.
Modus Voorvertoning
In deze modus worden illustraties weergegeven zoals in de uiteindelijke uitvoer: alle niet-afdrukbare elementen worden onderdrukt (rasters, hulplijnen, niet-afdrukbare objecten) en het plakbord wordt ingesteld op de achtergrondkleur van de voorvertoning die is opgegeven bij Voorkeuren.
Modus Afloopgebied
In deze modus worden illustraties weergegeven zoals in de uiteindelijke uitvoer: alle niet-afdrukbare elementen worden onderdrukt (rasters, hulplijnen, niet-afdrukbare objecten), het plakbord wordt ingesteld op de achtergrondkleur van de voorvertoning die is opgegeven in de Voorkeuren en afdrukbare elementen worden in het afloopgebied van het document (opgegeven in Documentinstelling) weergegeven.
Modus Witruimte rond pagina
In deze modus worden illustraties weergegeven zoals in de uiteindelijke uitvoer: alle niet-afdrukbare elementen worden onderdrukt (rasters, hulplijnen, niet-afdrukbare objecten), het plakbord wordt ingesteld op de achtergrondkleur van de voorvertoning die is opgegeven in de Voorkeuren en afdrukbare elementen worden in de witruimte rondom de pagina van het document (opgegeven in Documentinstelling) weergegeven.
Presentatiemodus
In deze modus worden illustraties weergegeven zoals in een diapresentatie, dus zonder menu's, deelvensters of gereedschappen. Zie Presentatiemodus gebruiken.
Als u een document opslaat, worden de huidige opmaak, verwijzingen naar bronbestanden, de weergegeven pagina en het zoomniveau opgeslagen. Bescherm uw werk door het regelmatig op te slaan. U kunt het bestand opslaan als:
Een standaarddocument.
Een kopie van het document. Er wordt een kopie van het document onder een andere naam gemaakt, waarbij het originele document geopend blijft.
Een sjabloon. Sjablonen worden doorgaans als een naamloos document geopend. Een sjabloon bevat vooraf ingestelde instellingen, tekst en afbeeldingen en wordt gebruikt als basis voor andere documenten.
Als u een document opslaat, worden ook de metagegevens (of bestandsgegevens) bijgewerkt die deel uitmaken van het InDesign-document. Deze metagegevens bestaan uit een miniatuur, lettertypen die worden gebruikt in het document, kleurenstalen en alle metagegevens in het dialoogvenster Bestandsgegevens, zodat u eenvoudig kunt zoeken op basis van deze gegevens. Mogelijk wilt u bijvoorbeeld alle documenten zoeken waarin een bepaalde kleur wordt gebruikt.
Met de opdrachten Opslaan, Opslaan als en Een kopie opslaan slaat u documenten alleen in de bestandsindeling van InDesign op. Zie de index voor het opslaan van documenten in andere bestandsindelingen.
Als u het document opslaat voor verwerking door een prepress-bureau, worden door InDesign automatisch alle noodzakelijke bestanden, zoals gekoppelde afbeeldingen en lettertypen, in één map geplaatst. (Zie Pakketten van bestanden maken.)
Adobe PDF
PDF (Portable Document Format) is een universele bestandsindeling waarin de lettertypen, afbeeldingen en opmaak van brondocumenten die in een groot aantal toepassingen en op uiteenlopende platforms zijn gemaakt, behouden blijven. Adobe PDF is de wereldwijde standaard voor veilige, betrouwbare verspreiding en uitwisseling van elektronische documenten en formulieren. Adobe PDF-bestanden zijn compact en compleet en kunnen worden gedeeld, weergegeven en afgedrukt door iedereen die beschikt over de gratis software Adobe Reader®.
Exporteren naar PDF voor afdrukken
Het exporteren van een bestand of boek naar PDF kan net zo eenvoudig zijn als het gebruiken van de standaardinstellingen voor een hoge afdrukkwaliteit of aangepaste instellingen voor een taak. De door u opgegeven exportinstellingen voor PDF worden bij de toepassing opgeslagen en op elk nieuw InDesign-document of ‑boek toegepast dat u naar PDF exporteert. Met voorinstellingen kunt u snel aangepaste instellingen op PDF-bestanden toepassen.
Wanneer u een InDesign-bestand naar PDF exporteert, kunt u de navigatie-elementen zoals inhoudsopgaven en indexvermeldingen, en interactiviteitsfuncties zoals hyperlinks, bladwijzers, mediaclips en knoppen behouden. Ook kunt u verborgen lagen, niet-afdrukbare lagen en niet-afdrukbare objecten naar PDF exporteren. Wanneer u een boek exporteert, kunt u lagen met dezelfde naam via het deelvenster Boek samenvoegen.
Van de gebruikte bestanden, inclusief lettertypen en gekoppelde afbeeldingen, kunt u een pakket maken dat u naar het servicebureau kunt versturen. Als u een bestand in een pakket opneemt, dient u een map te maken met daarin het InDesign-document (of documenten in een boekbestand), alle benodigde lettertypen, gekoppelde afbeelding, tekstbestanden, alsmede een aangepast rapport. Dit rapport, dat als een tekstbestand wordt opgeslagen, bevat de informatie uit het dialoogvenster Afdrukinstructies, een lijst met alle gebruikte lettertypen, koppelingen en inkten die nodig zijn om het document af te drukken en afdrukinstellingen.
Dit wordt door InDesign gedaan. In het dialoogvenster Pakketoverzicht worden aangetroffen probleemgebieden weergegeven. U kunt uw servicebureau ook een samengesteld PDF-bestand sturen, gemaakt op basis van uw document of een PostScript-bestand.
Voer een van de volgende handelingen uit om het dialoogvenster Pakket te openen:
Kies Bestand > Pakket. (Als Pakket niet wordt weergegeven in het menu Bestand, kiest u een andere werkruimte, bijvoorbeeld Venster > Werkruimte > Geavanceerd.)
In het menu van het deelvenster Boek kiest u Boek in pakket opnemen of Geselecteerde documenten in pakket opnemen, afhankelijk van of alle, sommige, of geen van de documenten in het deelvenster Boek zijn geselecteerd.
Een waarschuwingspictogram geeft probleemgebieden aan.