Tabellen gebruik je om gegevens op een gestructureerde manier weer te geven. Een tabel bestaat uit rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal). Eén vakje van een tabel noemen we een ‘cel’.
5.1.1 Invoegen
De eenvoudigste manier om een nieuwe tabel in te voegen, is het gebruik maken van de knop Tabel in het tabblad Invoegen. Je klikt op die knop, houdt de muisknop ingedrukt en selecteert op die manier het gewenste aantal kolommen en rijen.
Werkwijze 1:
Tabblad Invoegen
Rubriek Tabellen vervolgkeuzelijst onder het icoontje Tabel
Sleep tot het gewenste aantal kolommen en rijen.
Iets omslachtiger is het gebruik maken van het dialoogvenster TabelInvoegen. Dat dialoogvenster verschijnt als je op de knop Tabel in het tabblad Invoegen klikt, en vervolgens kiest voor Tabelinvoegen.
Werkwijze 2:
Tabblad Invoegen
Rubriek Tabellen en kies het icoontje Tabel. Kies voor Tabelinvoegen.
Geef het aantal kolommen en rijen op en klik op OK.
Een derde mogelijkheid om een nieuwe tabel te creëren, is ze cel per cel afzonderlijk te tekenen. Daarvoor gebruik je de optie Tabeltekenen onder de knop Tabel in het tabblad Invoegen.
Vanaf dat er een tabel in je word-document staat beschik je in het lint over twee extra tabbladen met de opties voor tabellen: Ontwerpen en Indeling. Hiermee kan je heel wat aanpassingen doen aan je tabel.
5.1.2 Selecteren
5.1.3 Verwijderen
Werkwijze:
Selecteer de hele tabel met de tabelgreep.
Klik met je rechtermuisknop. Kies in het snelmenu Tabel verwijderen.
Werkwijze:
Ga met je cursor in de cel staan waar je tekst wilt in typen.
Typ je tekst.
Druk op de tabtoets om naar de volgende cel te gaan.
Je voegt onmiddellijk een nieuwe rij toe aan je tabel als je in de laatste cel van de tabel staat en op je tabtoets drukt.
Met ENTER voeg je een nieuwe alinea toe in de huidige cel.
5.3.1 Invoegen
Je kan op verschillende wijzen een nieuwe rij invoegen in een tabel.
Werkwijze 1:
Plaats de cursor in een cel van de rij waar de nieuwe rij achter zal verschijnen
Druk op de Tabtoets.
Werkwijze 2:
Selecteer de hele rij net onder de plaats waar je een nieuwe rij wil invoegen
Klik in het snelmenu op Invoegen en vervolgen op Rijen boven invoegen.
Werkwijze 3:
Plaats de cursor in een cel van de rij waar de nieuwe rij ervoor of erna zal komen
Ga naar het tabblad Indeling in het lint
Kies de optie Hieronder invoegen of Hierboven invoegen
Kolommen voeg je in op parallelle wijze, al gaat het enkel met het snelmenu of via het tabblad Indeling. Een kolom kan je niet gewoon met de Tabtoets invoegen.
5.3.2 Verwijderen
Een rij of kolom verwijderen kan niet door ze te selecteren en dan op de deletetoets te drukken: dan wordt immers enkel de inhoud van de cellen gewist; de tabelstructuur blijft gewoon staan.
Werkwijze 1:
Selecteer de rij of kolom
Kies in het snelmenu de optie Rijen verwijderen of Kolommen verwijderen
Werkwijze 2:
Plaats de cursor in een cel van de rij of kolom die je wilt verwijderen
Klik op de knop Verwijderen in het tabblad Indeling
Op die manier kan je niet alleen rijen en kolommen, maar ook enkele cellen of zelfs de volledige tabel verwijderen.
De meest eenvoudige manier om de rijhoogte en kolombreedte te wijzigen, is het slepen van de randen tot de gewenste breedte.
Je kan kolommen of rijen een vaste hoogte geven door een of meerdere rijen/ kolommen te selecteren en dan de rijhoogte of kolombreedte te wijzigen in he tabblad Indeling.
Een derde wijze is het gebruik maken van de rechtermuisknop. Klik in het snelmenu op Tabeleigenschappen. In het tabblad Rij kan je de rijhoogte opgeven; in het tabblad Kolom geef je de kolombreedte in.
5.5.1 Opmaken via tabelstijlen
Snel een opmaak geven aan je tabel dat doe je via tabelstijlen.
Werkwijze:
Zet je cursor in de tabel.
Lint, tabblad Ontwerpen bij Hulpmiddelen voor tabellen.
Kies Stijlen voor tabellen.
Selecteer de gewenste stijl.
5.5.2 De breedte van je tabel aanpassen
Werkwijze:
Ze je cursor in de tabel.
Klik met je rechtermuisknop en kies in het snelmenu voor Tabeleigenschappen. Je krijgt nu het dialoogvensterTabeleigenschappen te zien.
Bij grootte kan je de exacte breedte instellen van je tabel.
Bij uitlijning bepaal je de uitlijning tegenover de tekst.
Bij Tekstterugloop bepaal je of er ook tekst naast je tabel mag verschijnen. Dit is belangrijk als je tabel niet de volledige breedte van de pagina in beslag neemt.
5.5.3 Ruimte tussen cellen en celmarges
5.6.1 Randen
Werkwijze:
Selecteer de tabel, cel, rij of kolom waarvan je de rand wilt opmaken.
Kies Ontwerpen in de rubriek Randen op de uitvouwknop.
Kies Randen en Arceringen.
Kies de stijl, kleur en dikte van de rand.
In het voorbeeld kun je randen aan- en uitzetten door er op te klikken.
Klik op OK.
5.6.2 Arcering
Met de optie Randen kan je de achtergrondkleur van je cellen aanpassen aan jouw wensen.
Werkwijze:
Selecteer de cel, rij of kolom.
Tabblad Ontwerpen bij Hulpmiddelen voor tabellen, rubriek Stijlen voor tabellen op de knop Arcering.
Kies de kleur die jij wenst.
5.6.3 Cellen samenvoegen en splitsen
5.6.4 Celuitlijning
Werkwijze:
Selecteer de cel of cellen waarvan je die inhoud gaat uitlijnen.
Klik in het lint op het tabblad Indeling van Hulpmiddelen voor tabellen in de rubriek Uitlijning op de gewenste uitlijning.
5.6.5 Tekstrichting
Werkwijze:
Selecteer de cel of cellen waarvan je die inhoud gaat uitlijnen.
Klik in het lint op het tabblad Indeling van Hulpmiddelen voor tabellen in de rubriek Uitlijning op de knop Tekstrichting. Elke keer je op de knop klikt, wijzigt de knop en ook de tekstrichting.
Maak een kopie van het bestand ‘Klas_Achternaam_Voornaam_ICT_Word_Afbeeldingen‘.
Verander de naam van deze kopie naar ‘Klas_Achternaam_Voornaam_ICT_Word_Tabellen‘.
Open dit bestand met zijn nieuwe naam.
Plaats de cursor na de laatste regel in de laatste pagina en voeg een lege pagina in via tabblad invoegen, Pagina’s, Lege Pagina.
Voeg een tabel in met 12 rijen en 4 kolommen.
TITEL
Voeg alle cellen van de eerste rij samen.
Typ de titel in de eerste rij (zie eindresultaat).
Geef de titel de volgende opmaak:
Calibri, 16
Vet & cursief
Gecentreerd
Zorg ervoor dat de buitenste randen van de eerste rij onzichtbaar zijn.
KOLOMTITELS
Typ de kolomtitels in de tweede rij.
Pas de tekstrichting aan voor alle kolomtitels, behalve voor kolom ‘samenvatting’ (zie eindresultaat).
Geef de titels de volgende opmaak:
Calibri, 14 pt,
Vet & cursief
Tekst horizontaal en verticaal centreren binnen cel
Geef de cellen van rij 2 de volgende arcering: Groen, Accent 6, Lichter 60%
De rij van de kolomtitels krijgt een hoogte van 3 cm.
KOLOM MIJLPAAL
Voeg de inhoud toe aan kolom 1 (‘Mijlpaal’).
Geef de titels de volgende opmaak:
Calibri, 11pt
Tekst verticaal centreren
Links uitlijnen
Tekstkleur Groen, Accent 6, donkerder 50%
Tekst onderstrepen en in vet zetten
Kolom 1 krijgt een breedte van 2,25 cm.
De rijen van de mijlpalen krijgen een hoogte van 1,5 cm.
KOLOM TITEL
Voeg de tekst toe in kolom 2.
Geef de titels de volgende opmaak:
Calibri, 11pt
Cursief
Tekst verticaal centreren
Tekst links uitlijnen
Kolom 2 krijgt een breedte van 6,8 cm.
KOLOM JAARTAL
Voeg de jaartallen toe in kolom 3.
Geef de tekst de volgende opmaak:
Calibri, 11pt
Wit
Vet
Tekst verticaal centreren
Tekst links uitlijnen
Deze kolom krijgt een breedte van 1,5 cm.
Geef de cellen van deze kolom volgende arcering: Zwart, Tekst 1, lichter 50%.
KOLOM SAMENVATTING
In kolom 4 moet je de inhoud van de verschillende mijlpalen kort samenvatten. Je mag de cellen voor deze oefening leeg laten.
Geef de cellen van kolom 4 de volgende arcering: Groen, accent 6, lichter 80%.
Kolom 4 (‘samenvatting’) krijgt een breedte van 7,2 cm.
Maak de randen en de opmaak van het tabel zo goed mogelijk na
Kolomtitels:
Kader met zwarte volle lijn van 2 1/4 punt
Tussen de kolomtitels witte lijn van 1 punt.
Inhoud tabel: overal zwarte volle lijn van 1 punt, behalve links en rechts van de jaartallen. Zoek daar naar de juiste oplossing.
Door bovenstaande stappen te doorlopen, zal je document er als volgt uitzien:
Sla je document op onder de naam: ‘Klas_Achternaam_Voornaam_ICT_Word_Tabellen’.
Upload je bestand in Google Classroom.